Na Ringland en het Essersbos lijkt het dossier Eandis een
nieuwe illustratie te worden van het feit dat politiek niet langer het
exclusieve terrein is van verticaal georganiseerde partijen. Min of meer
spontaan vormende horizontale netwerken worden steeds slagkrachtiger. Burgers
verenigen zich in energiecoöperatieves die zelf controle willen nemen van hun
stroom, en die coöperatieves vormen op zich weer een groter netwerk REScoop (http://www.rescoopv.be/) dat nu mee ijvert
voor de mogelijkheid van burgerparticipatie in Eandis. Dankzij hun wendbaarheid
spelen ze korter op de bal. Ze hanteren andere spelregels en hebben een eigen,
vaak verfrissende visie op het algemeen belang. Als tijdelijk vehikel worden ze
in hun vertolking van het algemeen belang minder gehinderd door gevestigde
belangen zoals afhankelijkheid van dividendenstromen of machtsverankering op
bepaalde bestuursniveaus. De goodwill die hen dat oplevert verzekert hen van
steun bij het brede publiek en hulp van specialisten met dossierspecifieke
expertise. Het is een structuur die ongeschikt is om een heel land op lange
termijn te beheren, maar op elk dossier afzonderlijk wel relevanter en legitiemer
kan zijn.
"Misschien vinden we het binnenkort wel voorbijgestreefd om eerst een partij op te richten vanuit een of andere abstracte theoretische visie op de maatschappij, en die visie dan als een one-size-fits-all oplossing toe te passen op eender welk probleem dat voorbijkomt?"
Hoe lang nog voordat er voor elk belangrijk dossier wel
ergens zo’n netwerk opduikt? Heeft in zo’n omgeving de particratie nog wel een
toekomst? Digitale technologie maakt het steeds makkelijker om mensen te verenigen. Misschien vinden we het binnenkort wel voorbijgestreefd om eerst een partij op te richten
vanuit een of andere abstracte theoretische visie op de maatschappij, en die
visie dan als een one-size-fits-all oplossing toe te passen op eender welk
probleem dat voorbijkomt? Waarom niet omgekeerd: afhankelijk van het probleem
een structuur bouwen, zoals Simon Tormey voorstelt in The End of Representative
Politics (http://eu.wiley.com/WileyCDA/WileyTitle/productCd-0745681964,subjectCd-PO17.html).
Zo vermijden we dat we structuren toepassen op problemen waarvoor ze eigenlijk
nooit waren bedoeld. Partijen zouden zelfs kunnen blijven bestaan, maar hun
controlerende rol wordt vervangen door een faciliterende. Ze worden platforms
die burgers faciliteren om zich te verenigen rond specifieke dossiers.
Met het dossier Eandis gaat de confrontatie tussen horizontale en verticale macht een nieuwe fase in.
In zekere zin is de Eet De Stad In Balans actie van het
Gentse experimentele stadslabo Timelab een prototype van dit model (http://www.timelab.org/project/niets-verloren-atelier-de-stad-gent).
Timelab bood burgers een platform om zich te verenigen rond duurzaamheid in de
stad en faciliteerde zo het realiseren van een concrete beleidsdoelstelling
(het toelaten van Canadese Gans in de voedselketen) zonder die concrete
doelstelling op voorhand vast te leggen of te sturen. Opvallend was dat de
horizontale aanpak succesvol was, daar waar een eerdere poging van een
verticale speler (een grote supermarktketen) was mislukt.
Met het dossier Eandis gaat de confrontatie tussen horizontale en
verticale macht alvast een nieuwe fase in. Veel meer dan een bos of een tunnel raakt
de controle over het elektriciteitsnet aan het hart van de particratische
macht. Daar waar het, zeker voor oppositiepartijen, altijd makkelijk was om
lippendienst te bewijzen aan de filosofische ideeën achter burgerparticipatie,
zal de particratie in dit dossier kleur moeten bekennen. Het Eandis-dossier belooft
daarom een eerste indicatie te worden van de manier waarop partijen in de
toekomst zullen omgaan met de tendens tot horizontalisering. Wordt het een geleidelijke
evolutie of graven ze zich in? Proberen ze zichzelf heruit te vinden of zitten
ze daarvoor te vast aan hun gevestigde belangen? Fundamentele vragen waarop het
antwoord misschien al komt op 3 oktober, de dag dat de deal met de Chinezen
beklonken zou moeten worden.
[Een versie van deze tekst verscheen ook als opiniestuk in De Morgen]