De lockdown van de maatschappij hoeft niet te leiden tot de shutdown van de economie. Na de olieschok van 1973 was België het snelste land ter wereld om een kerncentrale te bouwen. Waarom vandaag niet streven naar de snelste digitale transformatie ter wereld?
Opschalen p2p-economie biedt pad voor snelle digitale transformatie
Digitalisering betekent veel meer dan telewerk en
videoconferenties. De essentie van een digitale transformatie is niet de
technologie, maar de nieuwe vorm van organisatie die ze mogelijk maakt. Klassieke
organisaties moeten kiezen tussen schaal en precisie. Hoe groter het bedrijf,
hoe groter de gemene deler. Voor digitale organisatievormen geldt dat niet. Met
losjes verbonden, modulaire netwerken krijg je allebei. Denk aan de manier waarop
mierenkolonies zijn georganiseerd. Ze zijn enerzijds lokaal, inclusief en contextspecifiek,
zonder beperking op hoe groot ze kunnen worden.
Mieren hebben chemische signalen die ze voor elkaar kunnen
achterlaten. Mensen niet. Tot voor kort was communicatie net erg duur. Het
aantal mogelijke links in een netwerk stijgt exponentieel met het aantal leden.
De enige manier om te groeien zonder die communicatiekost te zien exploderen,
is het beperken van het aantal links. De eerste reuzenorganisaties met dat
probleem waren de spoorwegen. Hun model van hiërarchie werd de bureaucratische
standaard.
Als gevolg van de digitalisering is de kost van communicatie
sterk gedaald. Het duurde niet lang voor de eerste nieuwe productienetwerken
het licht zagen. Eerst enkel in cyberspace, daarna ook in de fysieke economie.
Ze lijken meer op een zwerm dan een fabriek. Denk bijvoorbeeld aan peer-to-peer
filesharing netwerken, distributieve encyclopedieën en open-source
softwareontwikkeling.
P2P-productie is corona-proof
Peer-to-peer netwerken laten een alternatieve manier zien om
economisch iets te produceren. Tot voor kort marginaal, want niet optimaal. Nu
plots superieur, want robuust, decentraal en adaptief. Ze bieden een mogelijk
antwoord op de vraag hoe economisch te produceren zonder grote groepen mensen
samen te brengen op één plek. In tegenstelling tot de klassieke economie is
peer-to-peer productie corona-proof.
Dat hoef je henzelf al niet meer te vertellen. Geloof me. De
zwermen zijn wakker. Kijk maar naar de massaal gedeelde oproepen om mondmaskers
te produceren in makerspaces. Peer-to-peer kinderopvang zoals Cokido biedt
oplossingen voor de sluiting van de scholen. Community-supported agriculture
(CSA) vermijdt teveel volk in de winkels. Laat ons onderzoeken hoever we dit
model kunnen doortrekken naar de hele economie. We zijn meesters in het
omzeilen van de regels. Kan een complementaire, decentrale economie ook de
shutdown omzeilen?
Kunnen we dit model doortrekken naar de hele economie?
De overheid kan die netwerken zelf niet bouwen. De grote
kracht van zwermen is net hun vermogen tot het kanaliseren van intrinsieke
motivatie. Ze moeten spontaan ontstaan, maar kunnen vervolgens wel worden
ondersteund, bijvoorbeeld door het creëren van een portaal en het ontwikkelen
van plug-in modulaire functionaliteit voor bijvoorbeeld stockbeheer. Zo wordt de
overheid een platform, zoals Shopify dat is voor webshops.
Lanceer bijvoorbeeld een open call voor projecten.
Vlaanderen Circulair heeft met haar Open Call Circulaire Economie al jaren
ervaring met het verzamelen ervan. Geef prioriteit aan diversiteit, robuustheid
en schaalbaarheid. Kleine bedragen kunnen grote gevolgen hebben. Bijkomende
ondersteuning vanuit de overheid is mogelijk via het opensourcen van data,
infrastructuur en personeel.
Het opschalen van de peer-to-peer economie biedt een pad
richting de snelste digitale transformatie ooit. Mensen zijn weerbaarder we
denken. We moeten hen alleen de ruimte geven om het te tonen. Het is
begrijpelijk dat de prioriteit nu gaat naar het beschermen van bestaand
economische weefsel. Het uitbouwen van productieve peer-to-peernetwerken is
daar complementair aan. Het is een verhaal van groei in een tijd van recessie.
En een goede voorbereiding op de nieuwe wereld die ons wacht aan het andere
eind van deze tunnel.
[Dit stuk verscheen in De Morgen op 17 maart)